Op zoek naar King Louie

6 juli 2022 - Batang Ai National Park, Maleisië

Om 5 uur worden we allemaal wakker door het oorverdovende gekraai van hanen. Het is nog donker, dus we draaien ons nog eens om maar van slapen komt er niet veel meer terecht.

Na het ontbijt worden we de rivier over gezet. We gaan wandelen in de hoop oerang oetangs te spotten. In deze regio zijn er nog een tweehonderdtal, dus de kans dat we er effectief zien in dit uitgestrekte woud is klein maar er is een kans. Er leven hier ook honingberen en aan de Indonesische kant van Borneo zelfs nog enkele tijgers. Misschien moeten we Indonesië op ons reisverlanglijstje zetten want er wordt ons gezegd dat er daar meer wildlife is.

Veel meer dan insecten zien we tijdens deze wandeling niet. We eindigen bij een waterval waar het heerlijk verfrissend zwemmen is. Vooral Louis gaat telkens weer onder het neerkletterende water staan, terwijl ik me amper kan rechthouden. Wat verder in de poel waar het water wat rustiger is blijft komen de visjes zacht in onze voeten bijten. Vooral die van Emiel zijn in trek, het kietelt dus hij lacht hardop.

Er wordt een vuur aangemaakt en bamboostokken worden gevuld met rijst en groenten. De bamboo gaat in het vuur zodat de inhoud kan garen. Een geslaagde maaltijd samen met de gebakken en zalig gekruide kip. Ook de locatie kan niet beter, met onze voeten in het water en zicht op het regenwoud. 

We doen de afwas in de rivier en stappen in de longboat. Ben beslist dat de jongens vanaf nu bij hem in de boot gaan, terwijl Malesh bij ons komt zitten. Die springt telkens mee in het water wanneer de boot vast komt te zitten en verliest op die manier zijn slippers. De motor wordt nu niet meer gebruikt in de hoop de dieren niet af te schrikken. Het regent ondertussen, heerlijk verfrissend in de open boot.

We gaan opnieuw wandelen, en zien onderweg hier en daar nesten van oerang oetangs. We ruiken hun urine (het is dat er hier geen paarden zijn want verschil in geur is er niet) en zien uitwerpselen maar geen aap te zien. We moeten muisstil zijn, en Ben’s gebarentaal is hilarisch. ‘s Avonds doet Emiel een grappige imitatie…

We komen te voet aan bij het kamp voor deze nacht, Lubok Kasai. Geen lodge deze keer, wel een basic logement met 7-star swimming pool zoals Ben het noemt (de rivier). Er is geen electriciteit en de kamer is net onder het dak open. Best spannend.

Terwijl onze kamer wordt klaar gemaakt, lakens en muskietennet zijn allemaal mee gekomen met de boot, zwemmen we en verfrissen we ons in de rivier. De douche wordt gedeeld met een nest wespen dus daar passen we vandaag voor. Het toilet is dan weer de favoriete plek van mieren groter dan een centimeter maar die zijn moeilijker te ontwijken. Even in het bos gaan is niet direct een optie.

Tijdens het zwemmen zien we makaken in de bomen, zo hebben we dan toch apen gezien vandaag. Het verschil met de Afrikaanse safari met dieren overal is groot, maar het deert ons niet. We beseffen maar al te goed hoe uniek hetvis hier te zijn. Het jonge Duitse koppel dat hier 3 nachten verblijft heeft vandaag één oerang oetang gezien dus fingers crossed voor morgen!

Na nog eens rijst en kip en uitwisselen van reisverhalen gaan we een korte nachtwandeling maken. Met de gids van de Duitsers vooraan en Ben achteraan lopen we door het maanverlichte bos. Overal om ons heen horen we geluiden, en heel even doen we alle lichten uit op het bos helemaal te voelen. Adrenaline!

Aan de tocht komt abrupt een einde wanneer de gids vooraan en de Duitsers net achter hem in een gigantisch nest termieten stappen. Ze worden door hun sportschoenen heen gestoken, we zijn blij dat wij stevige stapschoenen aan hebben, ook al zijn die soms warm aan de voeten.

Ben en zijn vriend geloven in de geest van de jungle en menen dat die hen het signaal stuurt om vanavond weg te blijven uit de jungle. Ze nemen geen risico en draaien om richting kamp waar het ondertussen bedtijd is.

Foto’s