Prachtig Malacca

15 juli 2022 - Malacca, Maleisië

De dag start met een uitgebreid ontbijtbuffet, waarna we opnieuw naar Malacca centrum trekken. Het hotel ligt een kilometer buiten het centrum, en er is geen andere weg daarnaartoe dan via een vrij drukke baan zonder voetpaden. We lijken wel moeder eend en haar kuikens, allemaal achter elkaar langs de kant van de weg. Gelukkig staan we snel weer op het centrale Dutch Square, met zijn rode klokkentoren en kerk, en de Queen Victoria fontein. Het stadscentrum is UNESCO werelderfgoed, met zijn voor- en nadelen. Het komt het onderhouden en bewaren van de historische gebouwen ten goede maar drijft de huizenprijs zwaar de hoogte in waardoor het onmogelijk is voor de gewone Maleisier om hier te wonen. Shophouses en mansions zijn nu voornamelijk hotels en restaurants.

Mallaca heeft een boeiende geschiedenis, dankzij zijn ligging halverwege tussen China en India. Begin 15de eeuw arriveerden Chinese moslims en mengden met de lokale bevolking. Onder dit bewind werd de stad een belangrijk centrum voor de kruidenhandel, tot de stad een eeuw later in Portugese handen viel. Nog 100 jaar later viel de stad in Nederlandse handen, en bloeide de handel opnieuw gedurende meer dan 150 jaar. Toen Nederland werd ingenomen door Frankrijk ging Malacca eerst tijdelijk en dan permanent naar Groot-Britannië, in die tijd bondgenoot van Nederland. Tijdens de tweede wereldoorlog veroverde Japan de stad, nadien werd ze terug aan de Britten gegeven. We gaan in sneltreinvaart door deze kleurrijke geschiedenis tijdens een bezoek aan het Stadthuys, het oudste Nederlandse gebouw van de stad. 

We duiken Chinatown in waar een tempelbezoek natuurlijk niet kan ontbreken. De Cheng Hoon Teng temple is de oudste Chinese tempel in Maleisië en een oase van rust en koelte. Ja, het is alweer zot heet en na het tempelbezoek tijd voor een ijsje op een terras aan de rivier… vlakbij ons duikt een meterslange leguaan het water in. Angstaanjagend en fascinerend tegelijkertijd!

Enkele straatnamen hier resteren duidelijk nog van de Nederlandse periode, Jonker Street en Heeren Street spreken voor zich. We bezoeken een Peranakan huis, van een welgestelde rubberbouwer. Net zoals in Georgetown zien we hoe de rijken in die tijd leefden. Ook hier staat alles uitgestald alsof de bewoners elk moment kunnen thuis komen.

Onderweg richting hotel passeren we langs de Taling Sari draaiende toren, en we besluiten eerst nog naar boven te gaan. We nemen plaats in een ronde cabine die naar boven draait rond een centrale as tot we hoog boven de stad enkel minuten blijven draaien. De zee ligt aanlokkelijk te blinken onder ons, gelukkig trekken we morgen naar Pulau Tioman voor enkele dagen zon, zee en strand en kunnen zo hopelijk de hitte een beetje ontvluchten. 

We keren terug naar het hotel voor enkele uren rust en afkoeling en vooral wifi voor de boys. Al waagt Emiel zich ook aan een loopje op de loopband in de hotelgym, huiswerk voor de voetbaltrainingen starten…

Later op de avond wandelen we voor de laatste keer terug naar het centrum. Eens de zon ondergaat is er op weekendavonden markt in Jonker Street en die willen wel eens zien. Het aantal kitcherige riksja’s lijkt wel verdubbeld, en er worden verschillende pogingen gedaan om ons een ritje te verkopen. We wandelen met plezier richting marktje om permanente gehoorbeschadiging te vermijden… Jonker Street ziet er nu helemaal anders uit dan overdag, met honderden kraampjes waar kledij, prularia maar vooral streetfood wordt verkocht. De keuze is gigantisch, van dim sum tot gebakken wafels tot durian (het meest stinkend fruit ever) en nog veel meer.  We eten elk ons avondmaal al slenterend en kopen gebakken wafels voor morgenochtend want we vertrekken naar Tioman voor het hotelrestaurant open gaat.

Er is zoveel te zien op de markt, we vinden het alle vier leuk om dit mee te maken. En we zijn niet alleen, er is superveel volk op de been. Zoveel zelfs dat we door een vriendelijke politieman worden aangemaand op ons mondmasker op te zetten. Na enkele mondmaskerloze maanden in België zijn we het dragen van een masker binnen alweer gewoon, maar dit is de eerste keer dat het ook buiten moet. 

Terug in het hotel is er ook feest in de tempel aan de overkant. We gaan slapen met het zeer monotone geluid van drums, en van gezang dat vooral lijkt alsof er iemand pijn heeft. Tegen middernacht luiden knetterende voetzoekers het einde van de party in en kunnen we naar dromenland.

Foto’s